dinsdag 16 september 2014

Verhalenwedstrijd: Een reis op blote voeten.

Een tijdje geleden heb ik met veel plezier meegedaan aan een verhalenwedstrijd, georganiseerd door Visie (tv-blad van de Evangelische Omroep). Zoals verwacht heb ik niet gewonnen... [Insert: 'Aaaah...'] Omdat ik het toch altijd gaaf vind om mijn stukjes te delen met anderen, doe ik dat met dit verhaal ook. Let op: het is dus een langer stuk dan hoe ik ze normaal schrijf. Maar dat is vrij logisch, aangezien het geen columnwedstrijd was. Hoe dan ook; hierbij presenteer ik u mijn eerste-korte-verhaal!


Waar was ze? Gevangen door de nacht? Het was in ieder geval donker, maar angst voelde ze niet. Het laatste wat ze zich kon herinneren was haar gebed. Mandy had niet het idee dat haar hartenkreet ook maar iets had uitgehaald, maar toch had ze het voor de zoveelste keer uitgeroepen naar God met tranen in haar ogen: ‘Heer, waarom voel ik U niet? Bent U er eigenlijk nog wel? Wat doe ik fout? Ziet U mij eigenlijk wel en -net zoals altijd slikte ze op dit moment haar tranen weg- heeft U mij eigenlijk nog wel lief?’ Dit was de laatste maanden steeds vaker haar gebed geweest en nog altijd kreeg ze geen antwoorden.

Ze probeerde op te staan vanuit de bizarre positie waarin ze nu zat en op het moment dat ze haar voeten op de aarde plaatste wist ze waar ze was. Haar hart maakte een sprongetje toen ze het zand tussen haar tenen voelde en besefte dat ze op het strand stond. Ze zag niets in het donker, maar dat intense gevoel van zand dat zich onder haar voeten samen had gebonden herkende ze uit duizenden. Langzaam begon ze om haar heen te voelen naar iets waar ze zich aan vast kon houden. Haar arm streek langs haar middel toen ze een zachte tik hoorde. Nieuwsgierig als ze was draaide ze voorzichtig haar hoofd in de richting vanwaar ze het geluid dacht te horen, maar toen ze merkte dat het geluid daadwerkelijk van haarzelf afkomstig was probeerde Mandy te achterhalen waar ze het geluid van herkende. Het deed haar denken aan een glazen fles. Op het moment dat ze haar armen over elkaar wilde doen om na te denken voelde ze duidelijk dat de fles in haar eigen broekzak zat. Met een verbaasde blik liet ze haar fantasie even de vrije loop: ze was niet bang aangelegd en had ook nu nog geen enkel moment angst gevoeld. Haar man en dochters Roos en Violet had ze zelfs nog niet gemist en aan haar drukke werkschema had ze helemaal nog niet gedacht. Het voelde eigenlijk best wel fijn, om even helemaal niks te voelen en hier in het donker met haar voeten in het zand te staan. Totdat ze de glazen fles had ontdekt was er eigenlijk niets in haar geweest dat ook maar ergens aan had gedacht. Ze maakte de fles open en voelde dat er een papier in zat. Ze kon het papier nog net voelen, het deed haar denken aan hetzelfde papier dat haar dochters Roos en Violet altijd gebruikte om tekeningen op te maken. Hoe kwam dat nou in een glazen fles, in haar broekzak ergens op een plek waarbij ze geen idee had waar ze was. In haar enthousiasme peuterde ze het papier uit haar fles en rolde hem uit. Ze voelde gelijk dat dit papier helemaal niet het tekenpapier van haar dochtertje was en vroeg zich af hoe het kwam dat ze daar aan had moeten denken, had ze haar kinderen in dit korte moment toch stiekem wel gemist? Aangezien de duisternis haar nog altijd omsluierde probeerde ze te zoeken naar een lichtpuntje om de fles met zijn inhoud beter te kunnen bekijken. Ze probeerde zich te focussen en ineens zag ze in de verte een lichtpuntje bewegen. Ze stopte het papier weer terug in de fles en probeerde door het zand te lopen in de richting van het lichtpuntje. Toen ze stapje voor stapje dichterbij kwam kreeg ze een steeds beter beeld van het licht. Het bleek een fakkel te zijn die met zich liet spelen in het verkoelende briesje dat opgestoken was.

Toen Mandy aangekomen was bij de fakkel kon ze naast de fles met daarin het papier ook haarzelf even bekijken in het schaarse licht dat de fakkel liet schijnen. Ze keek tevreden naar wie ze was. Ze had een mooie baan, 2 leuke dochters en een man die ook genoeg verdiende om het goed te hebben met elkaar. Vroeger waren ze actief in de kerkelijke gemeente geweest, maar na de geboorte van hun dochters werd dat steeds minder. Nu was het alleen met feestdagen dat ze in de kerkbanken schoven en op momenten waarin ze het allemaal niet meer wist lukte het haar af en toe om even te bidden. Het leek haar alleen zo zinloos en onmogelijk om in een god te geloven. Had ze er ooit steun aan gehad? In gedachten verzonken lukte het haar gemakkelijk om het papier uit de fles te halen en ze moest even glimlachen toen ze bedacht dat het op flessenpost leek. Ze rolde het papier uit en schrok van wat ze zag. Om de rand van het papier herkende ze bloedstrepen! Ze ging voorzichtig op het zand zitten en begon te lezen.

‘Mijn lieve kind, Ik heb je lief. Ik heb je geweven in de moederschoot en je bent goed zoals je bent. Ik heb je verlost van al je angst, pijn en verdriet waardoor je naar Mij toe mag komen en het raakt Mij als Ik zie dat je steeds minder met Mij te maken wilt hebben. Weet dat Jezus je heeft vrijgekocht door Zijn bloed en dat je daar ook vanuit mag leven. Liefs, je Vader’ Mandy schrok en voelde de tranen opkomen. Een immense liefde kwam er van deze boodschap af. Ze merkte dat ze eigenlijk wel wilde gaan lachen en dansen maar tegelijkertijd ook haar tranen de vrije loop wilde laten. Toen ze nogmaals naar die brief keek en hem hardop voorlas, brak ze. Tranen stroomden over haar wangen toen ze doorhad dat deze boodschap echt was, speciaal voor haar hier was neergelegd en dat ze dit nodig had om te horen. Onmiddellijk stond ze op en begon ze te zingen. Eerst zachtjes, maar steeds harder en met meer overtuiging. Ze dankte God voor wat Hij haar verteld had door deze brief en besefte wat dit voor haar leven zou betekenen: ze mocht er van overtuigd zijn dat God haar vasthield en dat Hij elke dag opnieuw voor haar zal zorgen.

Opeens hoorde ze Roos roepen, eerst ergens vanuit de verte maar ze kon steeds duidelijker verstaan wat haar dochter zei: ‘Mama, wanneer kom je nou? Violet en ik zijn zelfs al klaar met eten!’ Mandy deed haar ogen open en sloeg de lakens van haar af. Ze wierp een blik op de wekker en besefte dat ze over een kwartier met de kinderen op school moest zijn. Door die geweldig bijzondere droom waren ze bijna te laat op school! Ze sprong in haar kleren en vertelde haar kinderen dat het heel erg goed was dat ze zelf al waren gaan eten. Ze haalde opgelucht adem toen ze doorkreeg dat haar man Eelco de meiden had wakker gemaakt en haar nog even had laten liggen. Ze wenste hem succes met zijn werk, liet de meiden hun jas aandoen en ze haastte zich naar school toe. Opgelucht constateerde ze dat het haar gelukt was om precies op tijd de meiden in hun klas af te leveren en ze besloot zichzelf even op een bakje koffie te trakteren na deze bijzondere nacht, ze belde haar baas dat ze ‘helaas ziek geworden was’ en fietste in de richting van de stad.

Onder het genot van een kop koffie en een koek gingen haar gedachten terug naar die plek in haar dromen. Normaal droomde ze nooit en helemaal niet zo specifiek, dus de droom die ze beleefd had hakte er nogal in bij Mandy. Uiteraard ging de boodschap vanuit de droom haar ook niet in de koude kleren zitten; ze is geliefd door God en mag hier meer vanuit gaan leven. Eigenlijk wist ze dat ergens ook wel maar had ze nooit beseft dat dit goede nieuws ook voor haar bedoeld was. Ze schrok op toen ze zich afvroeg hoe haar nieuwe reis er nu voor haar uit zou gaan zien. Mandy was er van overtuigd dat ze haar leven anders in moest delen, meer op God vertrouwend. In haar droom was het heerlijk geweest; met blote voeten door het zand lopen, Gods aanwezigheid voelen en wel zien waar Hij je wilt brengen, maar nu ze weer in de hectiek van het leven leek gesleurd te worden was dat fijne gevoel een stuk verder weggezakt.

Mandy betaalde de ober en stapte op haar fiets om naar het bos te gaan. Onderweg merkte ze dat ze langzaam maar zeker de zaken op een rijtje begon te krijgen. Aangekomen in het bos zette ze haar fiets op slot, liep ze een eind het bos in en nam ze plaatst op een leeg bankje. Na zo’n bijzondere nacht wilde ze maar één ding. Ze vouwde haar handen en opende haar mond, maar er kwam geen geluid uit. In plaats van woorden over haar tong, stroomde er tranen over haar wangen. Ze merkte nu pas, op dit bankje midden in het bos, dat ze zich had afgekeerd van God. Al die tijd was ze bang geweest voor Zijn oordeel over haar, hoe enorm teleurgesteld Hij moest zijn over haar. Maar vooral was ze bang voor zichzelf en haar eigen leven. Al die tijd probeerde ze zelf het beste van haar leven te maken en zelf de stappen te nemen die goed voelde, zonder te beseffen dat de stappen die ze het best kon maken de stappen naar Gods oneindige liefde zijn. Dat het de liefde van God is die haar alleen maar de voldoening, de rust, de trouw en de hoop zou kunnen geven die ze al haar hele leven zo nodig heeft. Op dat bankje kwam haar besef dat het niet ging om hoe goed ze haar best zou doen of hoe hard ze zou zingen in de kerk, maar dat ze gered was door de dood van Jezus aan het kruis en dat die liefde eeuwig is. Op dat bankje voelde ze dat het leven dat voor haar lag alleen bewandeld kon worden met Jezus en dat ze dan pas echt op blote voeten door het zand zou kunnen lopen. Ze snelde naar haar fiets en ondertussen pakte ze haar telefoon om het nummer van haar man in te toetsen. Wat ze net had meegemaakt was namelijk het delen meer dan waard!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten