vrijdag 25 september 2015

'Vrolijk Kerstfeest, bootvluchteling.'

Het is midden september en Nederland lijkt al bijna klaar voor de donkere dagen. Zo liggen de pepernoten natuurlijk al lang en breed in alle denkbare vormen, maten en vooral kleuren in de winkels en ook de Zwarte Piet-discussie is (zoals de traditie inmiddels voorschrijft) in volle gang.

Om de ‘feestvreugde’ alvast helemaal compleet te maken, hebben we ook het Kerstverhaal, dat zich nu al in real life voordoet. Iets met Syrië, vluchtelingen en veel onzekerheden op een reis naar een veilige slaapplaats. Alleen de ezel lijkt nog te missen. Oh ja, en de kerstboom.

Hoe vaak in je leven heb jij het Kerstverhaal mee moeten maken? En dan bedoel ik niet de musical die elk jaar in bijna alle kerken aan bod komt, maar het daadwerkelijk zoeken naar een plek waar je een veilig onderkomen kunt krijgen. Hoe vaak heb jij ’s nachts over koude wegen moeten lopen of door dichte bossen moeten struinen? Hoe vaak heb jij de consequenties moeten voelen van het feit dat er landen zijn die hooguit een verdwaalde kribbe in de vensterbank hebben staan, in plaats van een openstaande kribbe in het hart?

Stel dat Jozef en Maria vanmorgen aan je deur stonden, om je te vragen naar een plekje voor de nacht. Wat zou je antwoorden? Eerlijk gezegd vermoed ik dat mijn eigen antwoord uit zou komen op een beschamend: ‘Eeuh, sorry. Het komt niet zo goed uit, eigenlijk. Maar ik weet dat we hele lieve buren hebben; probeer het daar eens! Succes, hé.’

Wat als ik je zeg dat er vanmorgen voor de zoveelste keer heel veel Jozeffen en Maria’s daadwerkelijk voor onze grens stonden. En dat er tegen ze gezegd is dat we niet snappen dat ze er zijn, omdat ze beter dichter bij huis een plekje hadden kunnen zoeken. Dat we het eerlijk gezegd ook best onhandig vinden dat ze met zovelen zijn, aangezien ons land qua begroting niet gerekend heeft op mee-eters. Wijzen we met elkaar de schepping van God de deur? Doen we dat misschien hierdoor zelfs met Jezus Zelf, net als 2015 jaar geleden in Bethlehem? Alsof wij de rechtmatige eigenaren zijn van het stukje grond waar God ons geplaatst heeft…

Ik zal zeker niet beweren dat ik een heilige ben. Ik zie ook net zo goed als ieder ander dat er misschien wel problemen ontstaan als iedereen welkom is. Maar als wij nog tijd en ruimte hebben om ons druk te maken over zaken die niet direct een kwestie van leven en dood zijn; tegen welke vluchteling durven we dan te zeggen: ‘Jozef, jammer man, je had die hele reis niet hoeven maken want je past er niet meer bij.’ ‘Maria, helaas. Ik snap dat je een plekje zoekt voor jou en Jezus, maar misschien willen de buren je helpen?’ Leert Jezus ons geen onvoorwaardelijke naastenliefde? Laten we de mensen die Hij liefheeft zomaar verdrinken?

Wat kan ik blij worden van de momenten waarop ik Jezus zie stralen in mensen met mooie initiatieven. Dank U Heer, dat U mensen de kracht geeft om te gaan in Uw Naam. Dank U voor elke opengestelde kribbe in elk liefdevolle hart en dank U wel dat U dit ook zult blijven doen totdat U (hopelijk heel snel) terugkomt. Breek ons hart voor wat het Uwe breekt.

Geplaatst door BEAM op 13-09-2015

Geen opmerkingen:

Een reactie posten